Namibie (deel 2)
Door: Chantal
Blijf op de hoogte en volg rob en chantal
19 November 2017 | Botswana, Maun
Onderweg zagen we veel armoede. Veel hutjes waar vrouwen met traditonele kleding uit komen springen (kleurrijke doeken en hoeden uit Duitse koloniale tijd) of juist de herrero’s (naakt met lederen doek rondom middel). Zij wilde graag geld zodat wij een foto van ze mochten maken. Ook niet gedaan, dat voelt zo slecht. We zagen onderweg ook weer gras en bomen. De weg er naar toe zat vol gaten en greffel waardoor we helemaal gesloopt waren toen we aankwamen. Op de camping waren ze niet heel vriendelijk en er zaten ook nog eens honderden vliegen. Gelukkig begon het ook hier weer hard te waaien. Hierdoor smaakte ons eten naar zand maar de vliegen waren weg.
Dinsdag zijn we vroeg opgestaan om de prehistorische rotstekeningen te bekijken op de rotsen bij Twyfelfontein. Hier staan veel dieren afgebeeld die 300 v christus tot 1800 na ch. Gekrast zijn met witgraniet of met dierenbloed gemengd met vet en kleurstoffen van bloemen. Hier merk je weer dat er meer toeristen zijn wat vreemd is omdat je onderweg nauwelijks iemand tegen komt. Vanuit de provinincie Damaraland zijn we doorgereden naar het noorden naar kaokoland. Hier krijgen we het idee dat we in het echte Afrika komen. Helemaal geen toeristen. Veel afrikaanse dorpjes die zelfvoorzienend zijn. Ze leven in hutjes van leem, hout, riet. De geiten en koeien lopen hier in grote groepen, los rond. In elk dorp staat een primary school, een bar en een shop. In elke shop zie je zakken met mais, granen, meel etc. liggen. Iets wat wij alleen in kleine pakjes kennen in de supermarket. Onderweg ook een lifter mee genomen. Een jongen van 10 die met een jerrycan van het ene dorpje naar het ander dorpje moet lopen om alleen maar water te kunnen halen. Spreekt nauwelijks engels, loopt op blote voeten en kijkt ons met grote ogen aan als hij in de auto zit. Onderweg zie je contant mensen en vooral de kinderen zwaaien enthousiast als ze ons zien. Uiteindelijk beland in sesfontyn. Bij een dorpbewoner op zijn camping gaan staan. Hij vertelde dat ze een community zijn. Een deel van de camping opbrengsten gaat naar hun pot en een man van de regering bepaald waar dit geld weer aan uit gegeven wordt etc. Het begon te regenen. Later vertelde hij dat hij gelukkig zijn vuur nog had aangekregen. Ze vinden het fijn dat het daar regent maar ze hebben wel vuur nodig om te kunnen koken. Ook iets waar wij niet aan gedacht hebben…
We wilden richting de himba’s maar onderweg naar sesfontyn toen we iemand hadden geholpen om zijn lekke band te verwisselen kregen we te horen dat purros ook geweldig moest zijn. Dus wij vanuit sesfontyn naar Purros. 100 kilometer waar we ruim 3 uur over gedaan hebben. Over rotsachtige Bergen waar geen eind aan leek te komen kwamen we op open grasvlakten met prachtige kleuren waar veel herten en koeien liepen. Opeens zagen we giraffen. Wat waren wij enthousiast. We dachten dat we deze alleen in wildparken zouden zien. We reden richting een rivierbedding met lage struiken en bomen, hier leeft de woestijnolifant. Dit zie je aan alle hopen stront die je overal ziet liggen. Helaas hebben wij ze niet gezien maar we zaten in een prachtige omgeving dat dit niet erg was. Na wat wandelingen en weer een geweldige nacht in ons eentje in de natuur werden we in de ochtend gewekt door water. Het leek alsof er water stroomde naast onze tijd. We waren omringd door water. Een grote rivier was er die nacht onstaan door het vele regen in Angola. Deze rivier liet weer kleine zijstromingen vollopen waardoor we ineens midden in de woestijn omringd waren door water. Er was niemand van de camping omdat zij aan de andere kant van de rivier sliepen. Wij wat rondgereden en uit eindelijk een local gevonden die vertelde dat je de rivier niet over kon steken maar we moesten wachten tot eind van de middag als het water gezakt was. Wij rondgereden in de omgeving en een drankje bij de tent gepakt. Het zijstroompje was weg maar de rivier hoorde we nog krachtig. Opeens begon er weer water te stromen naast onze auto. We keken elkaar aan, we waren hier dus gestrand en de vraag was voor hoelang. Toen maar meer drankjes gedronken ;)
De volgende ochtend hoorde we nog steeds de rivier maar er kwam wel iemand van het dorp aanlopen. Het water was gezakt en we konden met hem op zoek naar een plek om de river over te steken. Hij liep het water in maar dit kwam tot zijn middel. Op een ander stuk tot aan zijn bovenbenen maar hier moest het volgens hem wel lukken. Vraag ons niet hoe, maar het is gelukt…. Wij op weg naar Opuwo. De weg leek op veel plekken weggespoeld. Wat opvallend is zijn de grote termietheuvels. Ze kunnen wel 3 meter breed en hoog zijn. Je ziet ze voortaan overal.
Onderweg veel lifters. We namen steeds wel iemand mee. Helaas spreken ze hier geen engels waardoor je moeilijk kan communiceren met de mensen. Wat soms lastig is.Vooral als jestopt voor een persoon en er even later 4 bijna naakte vrouwen om je auto staan met wat kleine kinderen druk te gebaren en te praten. Tja wat moet je hier nou weer mee. Uiteindelijk 3 mensen in de auto gepropt en doorgereden naar de stad. En wat voor een. Hier liep werkelijk alles rond. Vrouwen volledig bedekt moet kleurrijke doeken, of juist de himba’s die nauwelijks wat dragen, mensen met versleten kleren en mensen met kleren zonder gaten en gympen. We zijn nog niet uitgestapt of er komt al iemand om eten vragen, een ander weer om geld en de ander weer om drinken. Je wilt ze graag helpen maar waar moet je beginnen. De stad lijkt vol krotten te staan. Ondertussen weten we dat huizen voor deze mensen niet veel betekenen. Een auto, telefoon of gymschoenen heeft voor hun meer aanzien en betekenis.
We sliepen op een camping midden in de stad. We hoorde heel de avond/nacht mensen zingen en zelf muziek maken. De varkens en kippen lopen er rond. Zijn we hier veilig? Ondanks alle armoede voelde dit wel zo. De eigenaar van de camping was oorspronkelijk een himba. Hij heeft ervoor gekozen zijn dorp te verlaten en anders te gaan leven. Hij ging samen met ons naar het dorp van zijn oom zodat wij de himba’s konden ontmoeten.
Zaterdag 4 November, Himba’s.
De himba’s zijn dus de halfnaakte mensen die we steeds zagen rondlopen. Het is een nomadenvolk wat zelfvoorzienend is. Ze hebben hun eigen geiten en koeien waar ze van leven. Ze hebben geen geld nodig. Ze leven in hun eigen dorpen gemaakt van leem, hout en riet. Hier woont een man met zijn vrouwen en kinderen. De oom van Westen had 6 vrouwen. Elke vrouw heeft haar eigen hut. Hij slaapt bij elke vrouw twee nachten waar hij dan ook eet. Elke vrouw heeft ook een hut waar al haar kinderen bij elkaar in slapen en heeft haar eigen kookspullen. De geiten zijn heilig en die slapen ook in kleine hutjes op elkaar gestapeld. Overdag gaan de mannen met de geiten op pad om ze te laten grazen en om water te halen. De vrouwen zorgen de hele dag voor het eten. Ze eten twee maal per dag maispap met gekookte geit. Alles van een geit eten ze op, ze zuigen alles af wat wij zelf niet zo smakelijk vonden. De kinderen spelen rond met zelf gemaakte speelgoed. Een waterton die ze aan het rollen zijn, een soort van kruiwagen waar ze elkaar in rondrijden etc. Meisjes dragen hun haren met twee vlechten naar voren en als ze ongesteld worden (zijn ze vrouw) mogen de haren in vlechtjes bedekt moet klei en ingesmeerd met oker zand gemend met vet. Hier smeren ze zichzelf ook mee in waardoor ze rood kleuren. Als ze dus vrouw zijn mogen ze seks hebben en dus kinderen krijgen. Je hoeft niet te trouwen wat maakt dat vrouwen jonger dan mij al vele kinderen rond hebben lopen die allemaal aan de borst hangen. Zij begrijpen niet dat wij geen kinderen en geiten hebben en snappen niet hoe wij kunnen leven. Ze begrijpen ook niet waarvoor wij dan leven want kinderen en geiten is het leven. De mannen dragen hun haren een een strook naar achteren (de rest weggeschoren). Je eerste vrouw mag je niet zelf kiezen omdat je uit gehuwelijkt wordt. Je gaat dan met je vrouw in een eigen dorp wonen. Je kan dan zelf vrouwen uitkiezen om te trouwen maar je vader moet dit wel steeds met de vader van de bruid regelen. We kunnen er over blijven praten. Deze dag was zo intens en zo moeilijk te bevatten. Het was fijn dat Westen erbij was hij kon alles vertalen zodat we gesprekken konden voeren. Vooral zijn eigen verhaal was interessant. Hij is weggelopen uit zijn dorp omdat hij van kinderen uit andere dorpen hoorde dat zij naar school gingen. Dit wilde hij ook want dan mocht hij in een busje zitten (waar hij nog nooit in had gezeten). Een vriendin van hem heeft hem opgevangen en er voor gezorgd dat hij naar school kon. Hij heeft hard gewerkt om zijn studie te betalen en heeft nu zijn eigen camping, respect!! Een uitspraak blijft ons nog steeds bij en dat is wat een man uit het dorp tegen ons zei: een blanke kent geen lijden. En in zekere zin heeft hij volkomen gelijk.
We zijn die middag doorgereden. Hier ligt verrassend asfalt. Je mag hier 120 rijden maar door de overstekende koeien, geiten en mensen is dit niet prettig. We zijn gestrand in de stad Oshukati. Dit lijkt een beter ontwikkelde industrie stadje. Omdat we laat aankwamen sliepen we in een soort van hotel waar we in traditionele hutjes sliepen (leem en rieten dak). Wij hadden uiteraard een luxe variant want ipv op de grond sliepen wij weer eens op heerlijke dikke bedden. We gingen traditoneel uit eten: Gedroogd vlees, kip en maispap wat we met onze handen aten. Als toetje een custardpudding wat je hier overal ziet.
Zondag t/m woensdag 8 November Ethosiapark
We komen uiteindelijk in het wildpark waar we wilde dieren zouden zien. Het landschap was vergeleken met de rest van Namibie vlak met weinig begroeing. Je hebt een zoutvlakte in het midden van het park maar dit zie je niet goed. Openvlaktes kijken in het begin mooi maar vervelen snel. Hier is massatoerisme. Het voelde net als de Beekse Bergen maar dan in het groot. Het park heeft drie campings waar we elke nacht sliepen. De campings zijn omheind. Om 06.00uur mochten we op pad. Rond de middag lagen we bij het zwembad omdat de meeste dieren zich dan toch niet laten zien en eind van de middag tot zonsondergang gingen we weer op pad. Je ziet er gigantisch veel vogels, verschillende herten, giraffen, gnoes, zebra’s, struisvogels, jakhalzen, spiesbokken en kalkoenen. (Kalkoenen blijven we steeds overal tegen komen). En daar dan de olifanten in de verte. We reden er naar toe en moesten stoppen omdat ze voor ons de weg over staken. Hoe machtig… daarna nog verschillende kuddes gezien (en nu twee weken later is een olifant net zo normaal als een koe naast de weg). We hebben ook 1 leeuw gezien en later nog 2x 3 leeuwen. Ook twee cheetahs en een neushoorn bij een waterpool. Beide op een afstand van 3 meter, heel vet. Het is moeilijk om dieren te spotten maar als je ziet dat ergens een paar autos stil staan, weet je dat je daar heen moet. Op de camping hadden ze ook een waterhole. Hier gingen we savonds kijken en zagen toen 4 neushoorns, heel vet. Doordat het park betreft landschap niet zo spannend was en we veel toeristen zagen viel dit park ons een beetje tegen.
Woensdag reden we via Oitjo naar het Waterberg plateau. Een gigantisch plateau van 48 bij 15 km en 200 meter hoog. Hier bovenop leven weer dieren. Het plateau is erg groen. Zoveel groen hadden we nog niet gezien. De volgende dag hebben we een hike gemaakt om bovenop het plateau te komen. Tot zover je kon kijken alleen maar bossen. Hier hebben we heerlijk ons broodtrommeltje leeg gegeten.
Vrijdag werden we gewekt door bavianen die de prullenbak slopen en bovenop de auto springen. De zijkanten van onze tent staan steeds open (ivm de warmte) dus kunnen door muggengaas naar buiten kijken. Het blijven grappige dieren. We hebben de hele dag weer in de auto gezeten naar de poppa falls. Het begin van de caprivistrook. Hier merk je dat het wat benauwder is en groener is en we richting het moeras gaan. Van de watervallen zie je niet veel maar het is wel mooi om weer een rivier te zien met kleine stroomversnellingen. Helaas gaat dit samen met veel muggen.
Zaterdag hadden we weer tijd om een keer goed te ontbijten en hadden lekkere pannenkoeken gebakken. Daarna toch onze linkervoorband laten verwisselen, hier leek steeds lucht uit te lopen. Ons vermoeden bleek te kloppen, er zat een klein gaatje in. Daarna gingen we door naar het mahango game park. In dit groene, kleine park zagen we voor het eerst 3 nijlpaarden zowel in als uit het water. Wel op veilige afstand. We zagen ook twee olifanten dichtbij drinken. Voordat we het in de gaten hadden stond er een kudde van 30 om de waterplas heen, schitterend. We zijn doorgereden richting mamilipark. Omdat we laat aankwamen besloten we maar bij de logde te gaan eten. In het donker leven er zoveel insecten dat het niet fijn is om buiten te koken en te eten en we waren ook erg moe. We verbaasde ons over de luxe van de logde. Een prachtig uitzicht over de rivier en een gigantisch buffet. Buffet zie je veel in logdes blijkbaar. We aten hier o.a spiesboek (oryx) wat we erg lekker vinden. Na een flesje wijn, een amarula na (het afrikaanse borreldrankje hier) en een gezellige avond liepen we terug in het donker na onze camping plek. Todat Rob ineens begon te schreeuwen en naar zijn voet greep. Met de zaklamp zagen we dat hij was gestoken door een schorpioen. Na een foto te hebben gemaakt liepen we terug naar de receptie om te vragen wat we moesten doen. Dit wisten ze niet zo goed. Gelukkig was er een duitser die er verstand van leek te hebben. Het was een schorpioen met grote scharen en een lichte kleur die gelukkig niet giftig zijn. Hoe kleiner de scharen en hoe donkerder de kleur, hoe giftiger. We wisten dat hier veel van die beesten leven maar hadden ze nog niet gezien. We moesten er een uit op verbinden en dan zou het wel goed komen. Tja, is later een mooi verhaal zullen we maar zeggen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley